donderdag 16 augustus 2012

Leven na de Dood

Wat is de dood? Vriend? Vijand? Ongeluk? Of...Noodzakelijk?

Er is geen andere mogelijkheid dan dat laatste als wáár aan te nemen.
Want zonder de dood zou het leven niet bestaan! Passend in het grote plan van de Schepper van al het leven.: De zondeval en daardoor de dood móést komen. Want wat zou onbelemmerde voortplanting, een overbevolking van al het leven zijn? In een woord: Rampzalig!! Het levende zou elkaar vertrappen! Wie in God gelooft en in Zijn opdracht "Weest vruchtbaar en wordt talrijk " (Genesis 1:28)" kan niet anders dan dat als onverbiddelijke waarheid aannemen
Die overbevolking was een probleem waar ook de oude Grieken over nadachten. Wij kennen uit hun klassieke literatuur het verhaal van de sluwe Sisyfos. Een geslepen vos. Bij het leven bouwer en koning van Korinthe. Hij waagde het de goden te trotseren. Sisyfos had de wrevel van oppergod Zeus opgewekt. Hij verried de vader der goden, toen die weer één van zijn vele liefdesaffaires had. Zeus had de lieflijke dochter (hij nam nimmer lelijkerds!) van de riviergod Asopas ontvoerd. Maar Sisyfos had het gezien en lichtte de diepbedroefde vader in. Dat gaf gegooi in de glazen! De vertoornde Zeus nam geen halve maatregelen. Hij zond Thanatos, de dienaar van de Dood, om Sisyfos te halen. Maar de slimmerik wist met een list de nijvere werknemer van magere Hein te boeien, zodat de macht van de Dood letterlijk aan banden lag. Er ontstond fikse opschudding in de godenwereld en er dreigde een ongewenste situatie op aarde te ontstaan, omdat niemand meer stierf.
Maar door tussenkomst van Ares, de oorlogsgod (immers ook hij werd werkeloos, omdat hij geen mensen meer in zijn bloedige oorlogen door de Dood kon laten verslinden) werd Thanatos verlost en kon hij zijn ambt weer waarnemen. Hij sleurde "sofort" Sisyfos mee naar de onderwereld, waar de schelm nu in alle eeuwigheid bezig is een blok marmer tegen een berg op te duwen. Een hopeloos karwei, omdat steeds, bijna aan de top, het blok hem ontglipt en hij weer van voren af aan mag beginnen.

Bij de witte muizen af.
Dat vermenigvuldiging, in de machten van 2, in korte tijd een gigantisch getal kan opleveren, bewijst de sage van het Arabische schaakbord.
Het verhaal gaat dat een arm maar wijs man, aan een machtige koning een grote dienst had bewezen. Zijne majesteit vloeide over van dankbaarheid en sprak tot de wijze man: "Vraag mij wat je wilt en ik zal het je geven, al is het de helft van mijn koninkrijk, want ik ben machtig en rijk en kan je alles schenken wat je hart begeert."
Om de pochende koning nederigheid te leren, zei de wijze: "Sire, er zijn dingen die u met al uw macht en rijkdom niet kunt geven. Geef mij slechts 2 graankorrels op het eerste veld van het schaakbord, op het tweede 4, op het derde 8 enzovoort. Het schaakbord heeft 64 velden."
Verontwaardigd zei de koning: "Die paar zakken graan? Ik kan u wel duizend zakken geven". Maar daar de wijze man er op stond geen andere beloning te ontvangen, gaf de koning zijn rekenmeesters opdracht het (sommetje) uit te rekenen.
In die tijd bestonden geen computers, dus duurde het lang eer de eindsom bekend was. Bleek van schrik zeiden de rekenaars: "Majesteit, u kunt aan de wens van de arme man niet voldoen. Want al zou uw hele koninkrijk omgeploegd en ingezaaid worden, dan was de opbrengst nog ontoereikend. Pas als het graan één voet hoog zou liggen over heel uw koninklijk gebied, dan zou de wens van uw dienaar vervuld kunnen worden".
Dat ongestoorde, niet door de dood onderbroken vermenigvuldiging van bijvoorbeeld één paartje witte muizen die slechts 2 jongen zouden verwekken (in werkelijkheid zullen het er natuurlijk veel meer zijn) en die twee ook weer twee, enz.enz, een gigantisch nakroost kan opleveren, is met een simpele calculator uit te rekenen. Druk op cijfer 2.Vermenigvuldig met 2 = 4. enz.
Volgens de reeks 2- 4 -8 -16 -32 -64 -128 enz, komt men na 25 x drukken op het getal
67.108 .864.
Ga door tot 40 maal. Dan ontstaat zegge en schrijven het duizelingwekkende getal van;
1,099,511,627,776. (Een biljoen, negen en negentig miljard, vijfhonderd elf miljoen, zeshonderd zeven en twintig duizend, zeven honderd zes en zeventig nakomelingen) En dat gaat maar door! En al bouwt men een kooi, zo hoog als de Toren van Babel, zo diep als de oceaan en zo breed als de einder voor die muizen, eens zullen ze van alle kanten er uitpuilen.
Als kind wist ik al dat als je konijnen onbeperkt liet jongen, ze letterlijk uit hun hokken zouden puilen.
Welnu, indien ook Adam en Eva en hun nakomelingen paarsgewijs slechts 2 kinderen hadden verwekt, dan waren er na 40 generaties, ruw geschat 800 tot 1000 jaar, bovenvermeld aantal mensen geweest. Allen onsterfelijk!
Zou God zó kortzichtig geweest zijn dit probleem niet te onderkennen? Wij zullen zien.

Treurspel aller treurspelen.
Joost van den Vondel, onze grote vaderlandse dichter, noemt in zijn treurspel "Lucifer" de zondeval het "treurspel aller treurspelen". Ook nu nog verzuchten velen: "Hadden Adam en Eva maar nooit van die (appel) gegeten, dan waren wij nu nog in het paradijs geweest."
Afgezien van het feit dat het opeengepakt zitten op elkaars lip in een onvoorstelbare menigte van biljoenen schepsels, weinig genoeglijks oplevert, is die uitspraak aan de hand van voorgaand sommetje, weinig realistisch.
Wás die "zondeval" eigenlijk wel een ongeluk voor de mensheid? Of... een groot geluk? We zullen dat straks nader bekijken.
Adam en Eva vielen volgens de Bijbel door toedoen van Satan. Joost van den Vondel stelt in zijn dichtwerk "Lucifer" dat Satan, toen nog Lucifer geheten, jaloers werd toen God besloot de mens boven de engelen te verheffen. Aan de engelen wordt dienstbaarheid gevraagd met Lucifer aan het hoofd. Lucifer is het daarmee niet eens en besluit in verzet te gaan en de mens te beletten om in de hemel te komen. Hij en zijn mede-engelen ontketenen een oorlog in de hemel. Zij verloren der Krieg en werden op aarde geworpen. (Openbaring 12:7-9). Lucifer is dus ter aarde gestort en verandert volgens Joost van den Vondel in 7 dieren, die de zeven hoofdzonden symboliseren. Aan hem en aan de gevallen engelen de taak de mens daarmee te verleiden en te misleiden. Tot zover zeer in het kort Joost.
Hoe dat ging beschrijft John Milton(1606-1674) in Paradise Lost. De oerstrijd tussen God en Satan. Deze, na een verschrikkelijk strijd in de hemel met zijn engelen in de hel gestort, besluit zich te wreken door Adam en Eva in het verderf te storten en daardoor de Dood, voordien onbekend in het Paradijs in de wereld te brengen.
Wat dit klassieke werk niet onthuld, want dat kon Milton noch Joost van den Vondel weten, was dat deze val van Adam en Eva paste in het Grote Plan van de Schepper om daarmee ook de noodzakelijke tegenstellingen in de, tot dan pure en onbedorven aarde te doen ontstaan. Dood kwam tegen Leven, Kwaad tegen Goed, Waarheid tegen Leugen, Recht tegen Onrecht, Oorlog tegen Vrede, enz. enz.
Satan stond hiermee als dienstknecht in dienst van de Heer zonder dat zelf te beseffen. Hij kreeg hiermee een taak die hij nooit beseft noch begeerd had. IJverig en met inzet van al hun demonische machten voerde hij en de zijnen de opdracht (Genesis 3:15 "Gij zult het (de mens) de hiel vermorzelen") fanatiek uit, waardoor de mensheid door die vermorzelde hiel maar moeizaam vooruit kon komen.
Door de door Satan bewerkte val ontstond het principe van de "Polariteit". Positief en negatief, liefde en haat, ziekte en gezondheid, zacht en hard, deugd en ondeugd, genot en pijn, vreugde en verdriet, duister en licht, enz. alles samengevat in het begrip Goed en Kwaad. Alles werd tweeledig, alles uit tegenstellingen die voortdurend in elkaar over gingen, met als grootste tegenstelling, Dood en Leven.
Ook Geluk en Ongeluk, hoe tegengesteld ook, dienden beiden een goed doel. Het ongeluk, het grote drama van de Val, was in werkelijkheid een geluk. Om het vreemd uit te drukken, het bracht het geluk van het doodgaan! John Milton en onze Joost van den Vondel beoordeelden dat verkeerd, omdat zij niets wisten van het Grote Plan, voor de schepping der mens in de grote raadsvergadering, die regelmatig in de hemel wordt gehouden,(Psalm 82:1-8 en Job 1:6 en 2:1) was aangenomen. Beiden zagen de val als het grootste ongeluk in de geschiedenis der mensheid. Een drama van niet te bevatten importantie.
In de hemel, bij de Grote Raadsvergadering, werd het plan aangenomen om de Mens, tot dan als geest bij God wonend, op aarde een lichaam te geven om daar een opleiding te volgen of stage te lopen. Zoals een goede vader zijn kind op een kost of leerschool zend, zo deed ook onze hemelseVader toen hij ons hier op aarde zond in een wereld vol noodzakelijke tegenstellingen. Logisch. Geen vader zendt zijn zoon naar een school waar slechts één leervak wordt onderwezen. Hier blijkt Gods wijsheid in die tegenstellingen. Hij schiep: hemel en aarde, licht en duister, nacht en dag, avond en morgen, aarde en zee, zaad en vrucht, sterren voor vaste tijden, zon en maan voor dag en maand, vogels die vliegen en wezens die zwemmen, lopend en kruipend gedierte, het tamme vee en de wilde dieren, enz.
Toen schiep Hij de mens. Tegengesteld aan het dier, intellect tegen instinct. Naar Zijn gestalte (beeld) en gelijkenis (gelaat) Man en vrouw. Uiterlijk gelijk, maar tegengesteld in aard en geslacht. Zij kregen de keus tussen leven en dood, gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid, de boom des levens of de boom des doods en zij aten van de verboden vrucht, waardoor de tegenstellingen in werking kwamen.
Na de val kwam de vloek tegenover de zegen, kwaad tegen goed, verdriet tegen vreugde, ziekte en gezondheid, driften en hartstocht tegenover de onschuld, dood tegenover leven.
Tegenstellingen moeten er noodzakelijk zijn. Indien er geen kwaad was tegenover goed, hoe zou de mens dan kunnen kiezen tussen goed en kwaad? Als er alleen het goede was, het zoete en het rechte, het goddelijke en het vreugdevolle, hoe zouden onze eerste ouders dan kennis hebben gekregen van het kwade, de zonden, het bittere, onrecht en goddeloosheid. Hoe met hun vrije wil een keus te maken? Dan zou er geen groei geweest zijn en alles zou voor niets geschapen zijn en eeuwig in een staat van volmaakheid zijn gebleven. En hoe kan een mens leren zijn Schepper te eren en gehoorzaam te zijn en het kwade te laten als het kwaad er niet is? Gods eeuwige doeleinden om de mens na gebleken gehoorzaamheid en groei weer tot Zich te nemen om mee te helpen tot opbouw van het Koninkrijk der Hemelen (het Huis met de vele woningen, Johannes 14:2), in het onpeilbare heelal, waar wel plaats zou zijn voor zijn nakomelingen, zou te niet gedaan zijn.
Daarom moest noodzakelijk de zondeval komen, moest de dood komen en de negatieve tegenstellingen in werking treden zodat de mens met zijn vrije wil zelfstandig kon kiezen en zo te leren om vooruitgang te maken. Om na leer en proeftijd hier op aarde volgroeid terug te keren naar het Huis desVaders, of verwezen teworden naar de buitenste duisternis (Mattheus22:13). Dat alles naar uw vrije wil en keuze. Kies voor het leven of de dood. Voor uw Maker of die engel Gods, die uit de hemel is gevallen en daardoor duivel werd en tegenstander van God en alle gerechtigheid. Kies voor het eeuwige leven en vooruitgang bij God of voor gevangenschap en dood in de slavernij en macht van de duivel.
De dood is niet bitter. Zij is voor Gods vrienden een vriend. Een poort die tot leven voert. Ook al sterven die vroeg, want zij waren spoedig volwassen en volleerd en God haast zich om hen terug te halen uit deze boze wereld opdat verleiding, lust en valse leer hun ziel niet alsnog verderve. Zij zijn niet verloren, maar veilig geboren in de rustplaats des Heren (Hebreeën 4:1-13 en Psalm 95:11) en hun rustplaats is heerlijk. Daar wachten zij op de opstanding als ziel en lichaam weer met elkaar herenigd worden
Wanhoop niet bij het sterven. Wie weet van tijd als hij slaapt? Ook al rusten de rechtvaardigen in het stof der eeuwen, hun ontwaken zal zijn als na een sluimer in de morgen.
Zo is dit de slotsom: De Dood moet noodzakelijk zijn. De dood wordt door God gedoogd om al het levende weg te maaien en plaats te ruimen voor hen die na ons komen onder de hemel.
Dit is mijn leer en getuignis.Wie het beter weet die mag het zeggen.

Th.G.Baalman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten