Niets dat bevredigt. Alles is schijn. Er is niets op aarde, dat blijvende vreugde schenkt. Vreugde, geluk, blijdschap, rust en vrede, het zijn kortstondige gasten. Zij hebben altijd een tegenstelling, die de volgende bezoeker is. Droefnis na vreugde, ongeluk na geluk, verdriet na blijdschap. Na verzadiging volgt honger, na het stillen der dorst versmachting, na overvloed gebrek, na het lachen het wenen, na roem verguizing, na rust jaagt onrust en oorlog verjaagt de vrede.
Het bittere volgt op het zoete, de geachte wacht verachting, laster besmeurt het kleed van vereerde en vervloeking volgt op lofprijzing. Na hartstocht komt verkoeling en het tederst samenzijn wacht het afscheid. Schoonheid verwelkt, vers wordt oudbakken, bederf en verrotting hecht aan al het bloeiende, het mooiste meisje wordt een oud besje, de schitterendste glans verdoft en niets is zo schoon of het verdort en verteert, niets is zo hard of de tijd verpulvert het en door roest en schimmel gaat alles teloor. Kracht maakt plaats voor zwakte en ouderdom buigt de sterkste atleet in het stof. Op geboorte volgt begrafenis, onkruid verstikt en al wat leeft, blaast eens de laatste adem uit.
Schoonheid en jeugd worden achterhaalt door het verval en de Dood loopt altijd één pas sneller dan het leven.
Al het levende wordt opgeslokt door de tijd en het mensenleven is slechts maar een zandkorrel in de Oceaan der Eeuwigheid.
Bij alles kan men zeggen: "Wat haalt het uit? Wat geeft blijvende vreugde? Wat bevredigt volkomen het verlangen?"
Het oog wordt niet verzadigd door schoonheid, het oor niet vervuld met welluidendheid, de lust nimmer duurzaam bevredigd en al het genot is maar van korte duur.
Welnu, als het zo gesteld is, als niets bevredigt en ieder begin een einde heeft, wees dan indachtig, o mens en gedenk uw einde, opdat ge een wijs hart hart bekome. Zoek dan het ware, de onvergankelijke schatten en laat de plechtige ernst der eeuwigheid steeds in uw gedachten zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten