GELOOFSBELIJDENIS
Ik geloof niet in een God,
omdat in ‘ik geloof’ de twijfel rust.
Ik geloof niet in een God, omdat
ik wéét dat Hij is en ik zie,
voel, hoor, ruik, proef en met
verstand bevat, Zijn alzijn in ieder
ding, tijd en plaats, vroeger, nu en
in de toekomst.
Hij was en is en zal zijn.
Ik wéét, omdat er vogels vliegen langs een hoge hemel,
de vallende avond tegemoet, naar de plaats
waar Zijn penseel de westerkim kleurt,
in rode tinten, stervend blauw en parelgrijs.
Omdat er zonlichtplekken zijn, als goudstukken
in ’t bos, maanlicht glinsterend op het water
Zijn glimlach om onze dromen,
het ruizen van de wijde zee,
de donder van de branding,
de vredige stilte van een zondagmorgen,
wijde velden onder ’n wollig pak sneeuw,
het blaffen van een hond op ’n verre boerderij,
de regen in de nacht, tikkend aan ’t raam,
en herfststorm bulderend door ’t bos,
de zoele zomerwind en de geur van omgeploegde aarde.
Ik ken Hem om het oude liedje, aandeinend ergens
van achter de horizon en dat neuriet aan m’n hart
en de vage weemoed die waart door het gemoed,
de echo van Zijn stem:
“Kom terug naar huis.”
Ik geloof wél….
dat Hij geeft gaven en talenten aan ’n ieder
die Hij daarvoor nuttig acht, God vertelt,
de kunstenaar vertelt het na,
Hij leidt het penseel van de schilder,
boetseert de klei met de handen der boetseerder,
bestuurt de beitel van de beeldhouwer,
neuriet de liederen aan het oor der componist,
legt iets van Zichzelf in het hart van de dichter,
geeft dromen en inspiratie aan de schrijver.
Hij is de bakermat van alle kunst.
Wie denkt door eigen gaven iets te creëren, heeft ongelijk.
In milde vorm is iedere artiest of kunstenaar een na-aper
en pleger van plagiaat.
Bedankt, wij spelen met Zijn gaven.
En deze wijsheid is niet van mijzelf.