Het tweede geval gebeurde een aantal maanden na de Duitse bezetting. Verschillende artikelen begonnen reeds schaars te worden. Ook rookwaren. Ze waren nog niet op de bon, daardoor kon men op een bepaalde dag in de week een lange rij mannen voor de tabakswinkels zien staan. Men had toen nog eerlijke winkeliers die, de op die dag ontvangen voorraad, rechtvaardig aan hun klanten rantsoeneerden. Een politieagent hield toezicht en orde bij de winkeldeur en liet paarsgewijs telkens de klanten naar binnen. Mijn vader was bijna aan de beurt en stond vooraan.
Toen kwamen die twee SS-ers. Ook zij wensten te roken. Met hautaine minachting schoven zij de politieman opzij, en, de lange rij “dummen Holländer” volkomen negerend, wilden zij de winkel instappen.
Maar dát was onrecht. En dáár was Pa. Breeduit versperde hij de arrogantelingen de weg. Wees met zijn vinger gedecideerd naar de staart van de queue en verklaarde met zijn beste Duits, die hij zwervend door hun Heimat had opgedaan: “Hinten anschliessen! Das müssen sie auch in Deutschland!”
De “Herren” stonden verbluft. “So was! Ungehört!” Eén hief de vuist in slaggebaar en brulde, “Los, weg Mensch!”
Maar het “Mensch” deed geen stap opzij. Verblikte of verbloosde niet en hield de arm, in een soort mislukte Hitlergroet, de wijsvinger gestrekt, naar het eind der rij wachtenden. Dáár was hun plaats.
Eén van de haast in woede stikkende Edel Germanen, trok zijn pistool en zette het vader op de borst. Deze blikte minachtend op het schietwapen neer. Toen knoopte hij bereidwillig het overhemd los, trok de panden van elkaar als om de kogel beter doorgang te verlenen en sprak: “Na! Schiesst mir durch den Brüst! Ich verstehe kein Unrecht!”
Het had zijn einde kunnen zijn indien niet andere mannen hadden ingegrepen. Tientallen handen pakten hem beet en trokken hem weg. Voor díe overmacht moest hij wijken, maar met ere. Hiervoor week hij, maar niet voor onrecht!
Toen kwamen die twee SS-ers. Ook zij wensten te roken. Met hautaine minachting schoven zij de politieman opzij, en, de lange rij “dummen Holländer” volkomen negerend, wilden zij de winkel instappen.
Maar dát was onrecht. En dáár was Pa. Breeduit versperde hij de arrogantelingen de weg. Wees met zijn vinger gedecideerd naar de staart van de queue en verklaarde met zijn beste Duits, die hij zwervend door hun Heimat had opgedaan: “Hinten anschliessen! Das müssen sie auch in Deutschland!”
De “Herren” stonden verbluft. “So was! Ungehört!” Eén hief de vuist in slaggebaar en brulde, “Los, weg Mensch!”
Maar het “Mensch” deed geen stap opzij. Verblikte of verbloosde niet en hield de arm, in een soort mislukte Hitlergroet, de wijsvinger gestrekt, naar het eind der rij wachtenden. Dáár was hun plaats.
Eén van de haast in woede stikkende Edel Germanen, trok zijn pistool en zette het vader op de borst. Deze blikte minachtend op het schietwapen neer. Toen knoopte hij bereidwillig het overhemd los, trok de panden van elkaar als om de kogel beter doorgang te verlenen en sprak: “Na! Schiesst mir durch den Brüst! Ich verstehe kein Unrecht!”
Het had zijn einde kunnen zijn indien niet andere mannen hadden ingegrepen. Tientallen handen pakten hem beet en trokken hem weg. Voor díe overmacht moest hij wijken, maar met ere. Hiervoor week hij, maar niet voor onrecht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten