WATER IN DE AARDE
De waterende aarde en de zondvloed
Hetgeen ik wil publiceren, is een eigen visie, en niet wetenschappelijk. Dat kan ook niet want schrijver dezes genoot slechts 5 jaar lager onderwijs en werd op 13 jarige leeftijd door een gramstorige hoofdonderwijzer, met een schop onder het zitvlak van zijn school verwijderd. Dus ik ben niet "Universitair onderricht" .
Wat ik schrijf is mijn mening. Een ieder mag daarover denken wat hij wil en trachten het te weerleggen. Wel moge ik vermelden dat hetgeen ik schreef tot stand kwam na veel zoeken en uitvoerige studie van de Bijbel en andere geschriften en gesprekken met de Grote Baas.
Wij beginnen met de Zondvloed.
Het is niet gepast deze grootste ramp uit de menselijke geschiedenis, waardoor de hele santenkraam aan mensen en dieren kopje onder ging, naar mijn gewoonte, met wat humor te behandelen. Ik zal trachten dat te vermijden.
Men kan rustig stellen, dat Moeder Aarde, die al eeuwen en eeuwen door het Heelal wentelt, bevolkt met vreemde kostgangers, die door bemanningen van vliegende schotels, een "raar diersoort" kan worden genoemd, zo niet een waterhoofd, dan toch wel last van waterzucht heeft.
Volgens de Bijbel, een boek die voor velen net zo boeiend is als een telefoonboek en "onzinboek" , maar waarin, of men dat boek geloven wil of niet, veel wonderlijke zaken staan, kreeg zij eenmaal de gelegenheid uit een barstend volle blaas een gigantische plas te doen.
Bij de Zondvloed! Al het ingehouden water mocht zij lozen via de Kolken der grote Diepte die "openbraken" (Genesis 7:11) Nou, dát was even een opluchting!
Zo’n kans heeft ze daarna niet meer gehad. Toegegeven: Ze mag van de grote Maker nog steeds een flinke plons spuien via de "bronnen"en haar plas diep uit de aarde laten stromen.
Als voorbeeld nemen we de Niagara waterval die gevoed wordt door de grensrivier Niagara tussen VS en Canada, die de verbinding vormt tussen het Erie-meer en het Ontariomeer. Via een zich vernauwende stroom stort het water bruisend van 47 meter hoogte in een hoeveelheid van 15 miljoen liter per seconde naar beneden. Hier wordt dus een goed gevuld piespotje omgekiept! Maar... wáár komt al dat water vandaan? Wáárom loopt het Erie-meer nooit leeg? Ook in Zuid Amerika en Afrika storten woeste watervallen vanaf hoge kale rotsen naar beneden. Wederom, waar komt dát water vandaan? De Nijl, de langste rivier ter wereld is 6671 Km lang en ontspringt uit het Victoria meer. Ook dát meer loopt nooit leeg, ondanks de geweldige massa water die uit haar geput wordt. De Amazone de grootste rivier in Zuid Amerika, ontspringt in het kale Andes gebergte. Zij heeft het grootste stroomgebied en de grootste afvloeiing ter wereld. Men beweert, dat zij gevoed wordt door vochtige dampen komend uit de zee. Maar... kan daar die grootste binnenzee ter wereld uit ontstaan? De Colorado (Indiaans woord voor gekleurde rivier) ontspringt bij de Rocky Mountains . Haar water voedt over 2250 km een groot, veelal droog gebied en het dorre Colorado plateau om uiteindelijk in de Golf van Californië uit te monden.
Nogmaals, waar komen al hun gigantische watermassa’s vandaan? Gevoed door smeltend gletsjerijs of enorme sneeuwmassa’s van het hooggebergte? Dat is in alle genoemde beschrijvingen, niet het geval!
Bij hùn oorsprong of bron, is géén gletsjer-ijs aanwezig, noch sneeuw! Nog meer water sroomt met donderend geweld uit de Iquazu watervallen.(Iquazu wat "de grote wateren" betekent in de Braziliaanse taal). Zij zijn een wereldwonder. In omvang 4 x zo breed als de Niagara waterval en zij vervoeren 60.000 ton water per seconde! Ten tweede male: Waar komt al dat water vandaan? Daar is de Angel waterval in Venuzuela. Heeft die naam te danken aan James Angel, een vlieger die er overheen vloog op zoek naar goud. Die waterval is de hoogste vrij vallende waterval ter wereld..Ontspringt op een kale rots van 979 meter hoog! Ten derde male: Waar komt dat van die hoogte neerstortende water vandaan?
Mijn antwoord, steunend in hoofdzaak op de Bijbel is: Al dat water komt diep, héél diep uit de aarde, die grotendeels uit water bestaat! Net als het menselijk lichaam, dat ook meer dan 70% water bevat! Die waterige aarde is, naar mijn mening, de moeder van alle bronnen, beken, rivieren en watervallen.
Dáárom lopen meren, beken en rivieren nooit leeg en raken de zeeën nooit overvol. Via een eeuwige kringloop keert zeewater terug in de aarde. Het water, oorspronkelijk afkomstig van het vasteland en zout door smeltwater en stromen zoutkristallen, die in het zoete rivierwater zijn opgelost, stroomt richting zee, wordt zoet in het onderaardse water en stroomt, via capillaire werking van de hoogte der aarde- waar de bronnen zijn en beken ontspringen, terug naar de rivieren en vandaar weer naar zee. Dat geschiedt via die hooggelegen bronnen, de spleten en openingen in de aardbodem, die men de poriën der aarde zou kunnen noemen. Zo als een mens transpireert, zo zweet ook de aarde water uit. Heden ten dage ligt er onder de Sahara een ondergronds meer, groter dan de Middellandse Zee. Bij haar uitmonding naar de wijde zee, zegt de rivier tegen de hoge berg: “Wacht op mij. Wacht op mij. Ik keer weerom, wacht op mij!"
Wilde gedachtespinsels van een fantast? Zoals eens Jules Verne in zijn boek 20.000 mijlen onderzee?
De kolken der diepte.
De aarde bestaat dus naar mijn mening grotendeels uit water. Net als de planeten die om de zon draaien. Al het leven speelt zich hier af op een vrij dunne korst, drijvend op een immense hoeveelheid ondergronds water. Dat druist in tegen de wetenschappelijke opvattingen die als inhoud der aardbol van alles veronderstelt (want zeker weten doet men het ook niet) behalve water.
De Bijbel geeft steun aan die gedurfde opvatting. Het begint bij de schepping. En God zei: "Daar zij een uitspansel in het midden der wateren, en die make scheiding tussen water en wateren. (Genesis 1:6)
Dit kon niet slaan op het water in dampvorm (wolken) want de Here God had het nog niet op de aarde doen regenen. ( Genesis 2; 5-6).
In de Hebreeuwse vertaling wordt met "uitspansel" geen "hemel boven de aarde" bedoeld, maar iets dat is "tussen watermassa’s". Toen zei God: “WajoMER ELOHIEM: Er zij een uitspansel- JeHIE RAQIEA- te midden van de watermassa’s- beTOKH ha MAJIM,- en het zij afbakenend- WieHIE MaVDIEL- tussen water (op aarde) en water (boven de aarde) BEJIM laMAJIM".
Interessant is de tekst in Psalm 24:2; "des Heren is de aarde en haar volheid, de wereld en die daarop wonen. Want Hij heeft haar op de zeeën gegrond en op de stromen bevestigd" En Spreuken 8:27- en 30:15-16 "spreken over de bronnen der zee" en "de aarde die nooit verzadigd is van water".
Drijft de aarde (vroeger schijfvormig) aldus op de zeeën, dan is het water boven die aarde de nu zichtbare Oceanen. Dan is het eerder genoemde woord RAQIEA het woord dat een vaste of stevige materie (aardkost) weergeeft. Dan is er dus een ontzaglijke watervloed ónder de aarde!
Toen God de zondvloed over de aarde liet komen, deed Hij dat door het 40 dagen en nachten te laten stortregenen,( niets bijzonders zult u zeggen, wij kunnen er in ons kikkerlandje ook wel wat van) en…door gebruik te maken van dat onderaardse water, want: “op die dag braken alle kolken der grote waterdiepte open" (Genesis 7:11). Zuiver vertaald uit het Hebreeuws "braken alle wellen der grote (onderaardse) watermassa= enkelvoud- open- " nivqéoe KOL MA jeNOT Te HOM RABB.
Het is wel zeker dat het water van de zondvloed hoofdzakelijk uit de aarde kwam. De bovengenoemde "kolken der grote diepten" die bij de zondvloed open gingen, namen als de afvoer van een badkuip, het water ook weer op! Waar zou anders die immense hoeveelheid water, 15 el boven de hoogste berg (de Mount Everest (8848 meter), in het Himalaya bergmassief gebleven zijn?
Nu is het mogelijk dat in die tijd, die hoogste berg nog niet door de werking der aardkorst gevormd was, maar vast staat dat er al hoge bergen waren. Vast staat ook dat die onbeschrijflijke hoeveelheid water niet in zo’n korte tijd verdampt kon zijn. Want na 150 dagen namen zij af en in het zeshonderdste jaar ( Noach was 600 jaar oud toen de zondvloed begon) waren de wateren opgedroogd van de aarde. (Genesis 8:13)
De zee komt dus m.i. voort uit de diepten der aarde. Dat verteld God Zelf aan Job met de woorden: "Wie heeft de zee met deuren afgesloten, toen zij bruisend uit de moederschoot kwam? (Job 38:8) Ook de profeet en schaapherder Amos wist hier van. Hij schrijft: “die het water der zee heeft opgeroepen"(Amos 5:8) En de spreukendichter geeft blijk er weet van te hebben dat de zee uit de aarde komt met de woorden: "Toen Hij en kring trok op het oppervlak van de Oceaan, toen Hij de wolken daarboven bevestigde en de bronnen van de Oceaan met kracht opborrelden". (Spreuken 8:27-28) en later in 30:15-16 "De bloedzuiger heeft twee dochters: geef, geef. Deze drie zijn onverzadelijk, vier zeggen nooit "Het is genoeg; het dodenrijk en de onvruchtbare schoot, de aarde die nooit van water verzadigd wordt en het vuur , dat nooit zegt "Het is genoeg!"
De zee wordt m.i. gevoed (gelijk de rivieren) door bronnen uit onvoorstelbare diepten. Uit troggen tussen 5500 en 10.000 meter diepte welt water en lava uit de Oceaanbodem (de moederschoot der aarde) naar buiten. De lava stolt. Zij vormt een stop of grendel, die steeds weer de baarmoederhals afsluit. ("toen Ik grendels en deuren aanbracht" Job 38:10).
Men vindt het nogal vanzelfsprekend dat water diep uit de aarde omhoog welt. Maar van hóe diep, daar heeft de wetenschap geen enkel idee van. Zoals de wetenschap ook geen idee heeft waar al het water op en in de aarde vandaan komt. Tot heden nam men aan door neerstortende meteorieten, die water bevat zouden hebben. Dat idee is nog niet zo gek. Want er is water in ons Zonnestelsel al is dat maar in de vorm van ijs. Op een programma op National Geografic werd getoond dat in ons zonnestelsel rond een groot hemellichaam een ijsplaneetje of maantje draait, die ca 225 km groot is. Het wonderlijke is dat het oppervlak van dit planeetje of super meteoriet geheel met dik ijs bedekt is. Geleerden vermoeden dat de miniplaneet of super komeet, geheel uit ijs bestaat! Maar uit modern onderzoek is ook gebleken, o.a. door water uit de kop van de komeet Haley die eens in de 70 jaren bij ons komt buurten, te analyseren, dat dit soort ijswater in samenstelling verschilt met water zoals het nu op aarde is. Op 13 en 14 maart 1986 verzamelde de Italiaanse sonde Giotti foto's en gegevens van die "vuile langwerpige sneeuwbal".
Afgaande op de Bijbel zijn er onvoorstelbare oceanen van ondergronds water. God verbiedt in de 10 geboden (Exodus 20 4) gesneden beelden te maken van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Het wordt herhaald in Deut. 4:19 en 5:8.
Jacob zegende Jozef "met zegeningen van de watervloed, die beneden ligt". Letterlijk uit het Hebreeuws vertaald: met zegeningen uit de in de laagte liggende oceaan - BIRKHOT ROVETSET TACHAT-(Genesis 49; 25).
En later zou Mozes aan deze woorden memoreren over Jozef: dat zijn land zij door de Heer gezegend met de kostelijke gave des hemels, met de dauw, en met de watervloed die beneden ligt" (Deut. 33:13) De vraag van de Almachtige aan Job: "Zijt gij doorgedrongen tot de bronnen der zee, en hebt gij door de geheimnissen van de waterdiepte gewandeld? (Job 38:16) completeert de waarheid dat de aarde grotendeels uit water bestaat, waarvan een eenvoudige visserman getuigde: "Want willens en wetens ontgaat het hun, dat door het woord van God, de hemelen er sedert lang zijn geweest en de aarde die uit en door het water bestaat" (2 Petrus 3:6-6): "Door dat water" zegt Petrus, Is de toenmalige wereld vergaan, verzwolgen door het water" Water dat opkwam uit de "kolken der grote waterdiepte".
Die enorme ondergrondse watermassa, "verschoont" ook het bovengrondse water. Voor de milieuactivisten, die, overigens met de beste bedoeling, zo op hun achterste benen steigeren wanneer onverlaten vuiligheid in het water droppen, is het goed te weten dat die enorme ondergrondse watermassa, óók het bovengrondse water verschoont. Hun angst voor wereldondergang mede door watervervuiling, is zacht gezegd lichtelijk overdreven. Het zal het opwellende, zegen brengende water zijn dat straks, bij de vernieuwing der aarde, waterplassen in de gloeiend hete woestijnen zal geven: "want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppen en het gloeiende zand zal tot een plas worden en het dorstige land tot waterbronnen." (Jesaja 35:7)
Bergen hebben wortels
Onderzoekingen door geologen met behulp van moderne instrumenten en boortechnieken, hebben aangetoond, dat diep onder de Sahara zéér veel water is. Als de Heer" water in de woestijn geeft om Zijn uitverkoren volk te drenken (Jesaja 43:20) dan zal dat water diep onder die woestijn vandaan moeten komen. Aardig vooruitzicht voor Arabieren en Bedoeïenen, die nu met hun kameel, het Schip der Woestijn door de Sahara sukkelen, terwijl van de hitte de reuzel uit hun broekspijpen druipt! Volgens Jesaja zal hun grote zandbak "tot een waterplas"
worden, zodat zij eindelijk ook eens in een zeilbootje kunnen stappen.
Ezechiël voorzag een Tempelbeek met kristalhelder geneeskrachtig water, aanzwellend van voethoogte tot knie, van knie tot middel, van middel tot hoge wateren, uit de diepte ontspringend. (Ez.47:1-2) Zo diep dat men er in kan zwemmen, een beek die niet te doorwaden is!
En overal waar die beek langs stroomt, wordt het water gezond en rein en er zal veel vis zijn en langs de beek groeien allerlei vruchtbomen, die elke maand vrucht dragen! Zo kunnen zwemmers in plaats van een lange tocht naar de Super, direct van uit het water stappend, heerlijke kosteloze vruchten plukken en op hun barbecue vis roosteren! Leuk toch?
En Johannes de openbaarder zag: "een rivier van water des levens, helder als kristal" (Openbaring 22:1). Eens zal de aarde opbloeien als een roos. Vernieuwd, verheerlijkt, verschoond. Gezuiverd en gewassen als een dopeling na onderdompeling van zonden en onreinheid. "Dan wordt de woestijn een gaarde, een plaats van rivieren en brede stromen (Jesaja 32:16 en 33:21). Het "Paradise regained" van de blinde dichter John Milton, zal dan bewaarheid zijn.
Van welk een diepte komt het water naar boven? Welke wegen gebruikt het? Eén der wegen is bekend, namelijk de "BRON" ontspringend op de top der bergen. Bronwater opwellende volgens het eruptie- of geiser systeem, komend van zéér grote afstand, van diep onder het aardoppervlak. Opwellende en borrelend kruipt het water, overeenkomstig de capillaire werking, omhoog door een soort holle buis in de "wortels der bergen". De Rijn, de grote Europese rivier met een lengte van 1320 km en een stroomgebied van 224.400 vierkante km.
ontspringt in de centrale zone van de Zwitserse Alpen en wordt naar men algemeen aanneemt gevoed door smeltwater van de gletsjers. Iedere seconde stroomt 400.000 liter water door haar bedding. Toch zouden die gletsjers spoedig weggesmolten zijn, ware het niet dat bronnen, ontspringend van de bergtoppen hun ijsmassa aanvult en onderhoudt. Metingen der zwaartekracht hebben aangetoond dat bergen wortels hebben, punten van vast gesteente onder de berg naar beneden doorlopend. Zij dringen zich vanuit granieten basis in steunend basalt, dat zwaarder is dan graniet. (uit studies van James Hall (1858) en C.E.Dutton (1889).
Dat bergen wortels of pijlers hebben, vertelt de Bijbel, als daarin de wroetende activiteiten van de mens wordt geschetst: "Hij woelt de bergen van hun wortel af" (Job 28:9) en "Waarop zijn haar pijlers neergelaten?”
(Job 38:6).
Het zijn wortels die steunend in de granieten onderlaag, zich als holle pilaren diep naar beneden boren, tot "in de wateren der grote diepte".
Manasse, de koning van Juda zegt: Gij die de hemel en de aarde en al wat er in is gemaakt hebt en de zee heeft verzegeld met Uw gebod en de diepte hebt toegesloten en verzegeld. (tekst uit "Het gebed van Manasse" toen hij gevangen was te Babel - Apocrief). Enkele openingen zijn in die verzegelingen uitgespaard, opdat helder bronwater de aarde besprenge!
Waarom zijn de heuvelen eeuwig?
Hoewel de bergen vast verankerd lijken te staan, is hun levensduur toch beperkt. Dat in tegenstelling met de heuvels, die in de Bijbel de "eeuwige heuvelen" worden genoemd, onder andere in Genesis 49:26 en Deut. 33:15-16. Waarom spreekt de Here in Zijn boek van "eeuwige heuvelen” en niet van "eeuwige bergen”?
De verklaring is eenvoudig. Bergen schuren af door stof en zand. Dat is duidelijk te zien aan de afgesleten bergen in Amerika in de staten Utah en Arizona, in het bijzonder langs het stroomgebied van de Colorado rivier. Overblijfselen van bergen verheffen zich daar als ronde rode pilaren. De kale berg heeft geen bedekking of bescherming. De schuurmachine van wind, stof en opeenvolgende eeuwen, slijpen haar af. Maar de heuvel niet. Zij is glooiend en begroeid. Haar beschermende vegetatie wordt ieder jaar vernieuwd! Zij kan derhalve niet slijten zoals de berg of kale rots. Tijd en erosieve werking van wind en zand hebben op de "eeuwige heuvelen" geen invloed!
Scheiding der continenten en vernieuwing der aarde
Enorme platen aardmateriaal bewegen zich over onze planeet. Er is voortdurend beweging. Haast onmerkbaar schuiven continenten op. De rampzalige aardbevingen zijn o.a. het gevolg van die bewegingen. In de loop der geschiedenis zijn de verschillende continenten vanuit één grote landmassa uiteen gedreven.
De wetenschap der geologie neemt deze theorie, gelanceerd in 1912 door de Duitse meteoroloog Alfred Wegener als vaststaand aan. Deze theorie leert dat al het vasteland eens in de vorm van een grote "ring" aaneen gesloten is geweest.
In het Internationale Geofysisch jaar, werd een wereldwijd onderzoek gedaan naar de gesteldheid der aarde. In die jaren ‘50 werd de theorie van de geniale Duitser aangevuld en verdiept. Dat onderzoek bracht ook de waarheid van een aantal Bijbelteksten aan het licht.
In Spreuken 8:27 staat: toen Hij een kring trok op het oppervlak der Oceaan", en in Job 26:10 "Hij trok een kring over het watervlak tot waar het licht aan de duisternis grenst".
Beide teksten voeren ons terug naar de scheppingsdagen toen God zei: “dat de wateren onder de hemel op één plaats samenvloeien en het droge tevoorschijn kome" (Genesis 1:9).
Deze genoemde "kring" moet zeker een derde van de aardbol begrensd hebben (tot waar het licht aan de duisternis grenst), dat is net zoveel als het complete areaal van het vasteland beslaat. Er is nog een tekst, die op het bovenstaande aansluit, namelijk Ezechiël 38:8.
Het gaat over een volk "bijeengebracht op de bergen Israëls" en vers 38:12 geeft exact de geografische plaatsbepaling: een natie die op de navel der aarde woont". Die uitdrukking "navel" betekent "centrum" of "midden". Welnu, indien men een passerpunt in het midden der ring van aaneengesloten continenten zet, het z.g. Oer Pangaea, Al- aarde of Oercontinent vóór het uiteendrijven, dan staat die punt in het huidige Israël!
Zo staan er meerdere onthullingen of bevestigingen in de Bijbel. Bijvoobeeld over de genoemde grote waterdiepte en de continenten die daarop drijven. In het boek de Psalmen waarin vele geheimen staan verborgen, heet dat: "De waterdiepte, Gij hebt haar als met een kleed bedekt". (Psalm 104: 6) Met dat KLEED kan mijn inziens niets anders bedoeld worden als het vasteland, de continenten!
Zoals eerder beschreven komt de zee voort uit de aarde. Zij ontvangt haar water uit bronnen die op grote diepten gelegen zijn, sommigen meer dan 10.000 meter diep. Uit engten en op plaatsen waar de huid der aarde zeer dun is, welt het water te saam met lava als door de hals van een baarmoeder uit de moederschoot der aarde omhoog. Deze engten, door de wetenschap "troggen" genoemd, vond men op bijna 6000 meter diepte in de Caribische Zee, de zogenaamde Cayman-trog. Dan is er de afgronddiepe Marianen-trog, gelegen in de Westelijke Pacific en bijna 11.000 meter diep. Daaronder barst de aardkorst open en puilt op gezette tijden, al dan niet gepaard met aardbevingen, water en lava naar buiten. De lava stolt in het koelere zeewater tot een koek. Zo vormt ze een stop of "grendel" die de baarmoederhals afsluit. Een beschrijving van dat proces werd eerder gegeven in Job 38:8, "Wie heeft de zee met deuren afgesloten toen zij bruisend uit de moederschoot kwam?"
Ook in Ezra 7:3-4 (Apocrief) wordt iets dergelijks vermeld, alsook de bevestiging dat de zee, gelijk de rivieren, door bronnen wordt gevoed: "De zee is in een enge plaats gesteld opdat zij de rivieren gelijk zou zijn".
"Gij vernieuwd het gelaat der aarde"(Psalm 104:30) en "Bergen rezen op en dalen zonken neer" (Psalm 104:8) Wat betekenen deze teksten?
Door Convergentie, d.i. het naar elkaar toe bewegen van continentale gesteenten, schuiven aardlagen als ijsschotsen onder elkaar en verdwijnt het onderste in het binnenste der aarde. Enorme massa’s nieuw materiaal worden daardoor omhoog geperst. Het aardoppervlak wordt echter niet groter maar… vernieuwt steeds! Bij die botsingen, welke overigens met de snelheid van luttele centimeters per jaar geschieden (zo schoof eens India tegen Azië) ontstaan gebergten. Op deze wijze kwamen de Himalaya, de Andes en de Rocky Mountains tot hun verheven positie. In de Bijbel wordt deze beweging genoemd,"Bergen rezen op en dalen zonken neer" en " Hij verplaatst de bergen zonder dat men het merkt" (Job 9:5).
Toch moet die beweging of scheidingssnelheid in het begin een veel sneller verloop hebben gehad. Van vrij abrupt ten tijde van Peleg (Genesis 10:25) - de naam van de ene was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld - tot trager snelheid uitlopend in het huidige tempo van enkele centimeters. Oude landkaarten tonen bijvoorbeeld Europa en Afrika en Noord en Zuid Amerika (die als een legpuzzel in elkaar passen) véél dichter bij elkaar. Het geeft steun aan de veronderstelling dat de scheiding der landen/continenten en daardoor
de verschillende mensen rassen, ten tijde van Peleg of Pelegh, vrij plotseling moet hebben plaatsgevonden. In het Grieks betekent het verwante woord "Pelasgoi": gescheiden aardrijk. De naam Peleg, de zoon van Heber, betekent "Splitsing-Verdeling". Die naam werd in verband gebracht met het feit dat in zijn dagen de aarde gesplitst of verdeeld werd. (Zie Genesis 10:25, 11:16-19) In het Hebreeuws wordt gezegd: KIE VejAMAW NiFLeGHAh HaARETS, Wat beduidt zowel scheiding der landen- continenten én mensheid, alles
ten tijde van Péleg.
Tot slot geeft ook Psalm 136:6 een indicatie over het uiteendrijven der aarde d.m.v. de goddelijke macht. Hier wordt Hij en Zijn werk genoemd: “Die de aarde op de wateren uitbreidde" Het is logisch dat als continenten letterlijk uit elkaar drijven of uitbreidden, zij dan ook drijven op iets wat vloeibaar is, naar mijn vaste overtuiging op WATER!
Wonderbare, schone aarde, vol met geheimen en omgeven door raadselen hangend aan de gouden keten van het zonlicht, door Job genoemd: “Hij hangt de aarde op aan het niet" (Job 26:7) waardoor Job blijk gaf te weten dat ze als een bol vrij in de ruimte zweefde, hoe is ze voortdurend in beweging. En hoe weinig weten wij van haar ondanks alle kennis en wijsheid.