DE STEM
Het fluisterde mijn naam.
Het riep me naar het raam.
Riep in die zomernacht
toen, lang gelee.
In mijn herinnering
klinkt weer die fluistering
toen ik het wonder vond
verstild in blauwe droom
en wereld onder maanlicht sliep
en ‘k wist waarom die stem mij riep,
want in me klonk ’t zacht:
“Zo was de eerste nacht,
in het paradijs.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten