Hoe ziet God eruit?
De één zegt: “Hij is geest, onzienlijk, zonder lichaam, lichaamsdelen en gemoedsaandoeningen. Hij is alom tegenwoordig, doorgrondt en ziet alles”. Dat is heel wat!. Het lijkt of de lieden, die Hem zo beschrijven, een C.D. van God hebben, maar alleen met tekst en geen beeld (want dat kan niet van een onzichtbare god) Hoe anders hun stellige uitspraken te verklaren?
Sommigen willen Hem wel een gestalte te geven, maar schromen niet het opperwezen af te schilderen als een streng, wraakzuchtig godje, die met argusogen let op onze pekelzonden.
Mijn God heeft wél gestalte en gelaat. Hoe kan het anders. Reeds in Genesis vernemen wij, dat wij naar zijn beeld en gelijkenis geschapen zijn, wat ontegenzeglijk betekent, dat Hij een gestalte en een gelaat heeft. Daarnaast staan er zoveel beschrijvingen in de Bijbel van Zijn lichaamsdelen: oog, oor, hand, voet, gelaat, vinger, hart, dat het verbazingwekkend is, dat er nog Bijbeluitleggers zijn, die beweren dat Hij een onzichtbare geest is. Die wij niet kunnen aanschouwen zonder daarbij terstond het leven te laten. Ik vind dat dergelijke beweringen slaan als een tang op een varken. De logica is bij dergelijke (geleerde) theologen op hol geslagen. Want hoe kan een mens onmiddellijk het leven laten bij het aanschouwen van God indien die God geen gestalte heeft?
Laten wij maar aannemen, dat God, ondanks de beweringen van het geleerde religieuze collectief, mensen die over de Schepper praten en oordelen of zij kind bij Hem aan huis zijn, werkelijk eruit ziet, zoals wij mensen eruit zien. Dat Hij inderdaad Zich niet toont aan Jan Rap en z’n maat en mevrouw en mijnheer Doorsnee, maar wel aan speciaal heilige mensen, zoals Mozes en een aantal profeten, die waardig waren zijn gedaante te aanschouwen. Het waren begenadigde mensen, die het Geestwezen Gods, omhuld door vlees en beenderen mochten aanschouwen zonder onmiddellijk te sterven, wat het lot is van zondige mensen. Als bewijs dat Hij inderdaad een geest zou zijn, komt men vaak aansjouwen met de tekst Johannes 4: 24, waarin staat “God is geest”. Maar dat is de mens ook! Maar beiden bezitten een lichaam als woning voor die geest. Een tempel waarin de geest woont. Bij de mens een tijdelijke aardse tent, bij God eeuwig.
Voor mij is het belangrijkst, dat Hij, naast een lichaam, emoties heeft als smart, berouw, jaloezie, toorn, bitterheid, afkeer, boosheid, barmhartigheid en lankmoedigheid. Hij kent vreugde en bezit humor en Zijn grote liefde wordt zo vaak in de Bijbel vermeld, dat het ondoenlijk is al die teksten op te schrijven. Niets menselijks is Hem vreemd. Hij weent met de wenenden en treurt met de treurenden en wat ons verdriet, verdriet ook Hem.
En hoe groot moet Zijn verdriet zijn, omdat Hij alles ziet, alles hoort en alle pijn voelt, die wij mensen, elkaar aandoen.
“Ja maar”, zullen velen vragen, “als dat Hem verdriet, waarom doet Hij in Zijn almacht daar niet wat aan?” Het antwoord is: dat kan Hij niet! Het zou onze vrije wil teniet doen. Een goddelijk ingrijpen in werelds bestel, zou het einde van lessen en opleiding zijn en het grote plan om na moeite, pijn en beproeving, ondervinding, gehoorzaamheid, enz. het eeuwige leven te verkrijgen, teniet doen.
Geen vader haalt zijn kind voortijdig van school, omdat zoonlief het daar niet naar de zin heeft.
Zo móéten ook wij onze school afmaken. Om ons diploma te halen, moeten wij, zoals een schlager wekenlang jengelde: DOORGAAN. Doorgaan op het smalle pad, na ondergedompeld te zijn in het watergraf der doop, waarin de oude mens sterft en de nieuwgeborene, na volharding, het eeuwige leven krijgt. Dat is de enige ware weg en een andere is er niet!
Maar allez, deze zaken sluiten niet uit, dat er ook gelachen mag worden. Wie God voorstelt als een ernstig humorloos Wezen, vergist zich deerlijk. Zijn boek, de Bijbel, staat er vol van!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten