zaterdag 28 juli 2012

Humor in de bijbel 18

De waterende aarde en de zondvloed(1)
Het is niet gepast de grootste ramp uit de menselijke geschiedenis, waardoor de hele santenkraam aan mensen en dieren kopje onder ging, met humor te besluiten. Ik zal trachten dat te vermijden.

Men kan rustig stellen, dat Moeder Aarde, die al eeuwen en eeuwen door het Heelal wentelt, bevolkt met vreemde kostgangers, die door bemanningen van vliegende schotels een raar diersoort kan worden genoemd, zo niet een waterhoofd, dan toch wel last van waterzucht heeft.

Volgens de Bijbel kreeg zij eenmaal de gelegenheid uit een barstend volle blaas een gigantische plas te doen. Bij de Zondvloed! Al het ingehouden water mocht zij lozen via de Kolken der grote diepte, die openbraken (Genesis 7:11) Nou, dát was even een opluchting! Zo’n kans heeft ze daarna niet meer gehad. Toegegeven, ze mag van de grote Maker nog steeds een flinke plons spuien via de “bronnen” en haar plas diep uit de aarde laten stromen. Als voorbeeld nemen we de Niagara waterval, die gevoed wordt door de grensrivier Niagara tussen VS en Canada, die de verbinding vormt tussen het Erie-meer en het Ontario-meer. Via een zich vernauwende stroom stort het water bruisend van 47 meter hoogte in een hoeveelheid van 15 miljoen liter per seconde naar beneden. Hier wordt een goed gevuld piespotje omgekiept!
Maar waar komt al dat water vandaan? Waarom loopt het Erie-meer niet leeg? Ook in Zuid Amerika en Afrika storten woeste watervallen vanaf hoge kale rotsen naar beneden. Nogmaals, waar komen die watermassa’s vandaan? Gevoed door smeltend gletsjerijs of enorme sneeuwmassa’s van het hooggebergte? Dat is niet het geval.
Het antwoord is: water komt diep, héél diep uit de aarde, die voor meer dan 70% uit water bestaat. Die waterige aarde is de moeder van alle bronnen, beken, rivieren en watervallen. Daarom lopen meren, beken en rivieren nooit leeg en raken zeeën nooit overvol. Door de eeuwige kringloop keert water terug in de aarde. Daar verschoont het en kruipt, via capillaire werking naar de hoogten der aarde -waar de bronnen ontspringen-, en via beken en rivieren weer naar zee. Die bronnen, spleten en openingen in de aardbodem, zou men de poriën der aarde kunnen noemen. Zoals een mens transpireert, zo zweet ook de aarde water uit. Water diep uit haar lichaam. Heden ten dage ligt er onder de Sahara een ondergronds meer, groter dan de Middellandse Zee.
Bij haar uitmonding naar de wijde zee, zegt de rivier tegen de hoge berg: “Wacht op mij. Wacht op mij. Ik keer weerom, wacht op mij!”
Zo klinkt, tot besluit, ook de stem van Jezus, Die troostend zegt: “Wacht op Mij. Ik keer weerom! Dan zult u niet meer wenen, maar lachen”
De aarde bestaat dus grotendeels uit water en al het mensengewriemel speelt zich af op een vrij dunne korst drijvend op een immense plons majem in het Bargoens. Dat druist in tegen de wetenschappelijke opvattingen, want de geleerde waterhoofden veronderstellen als inhoud der aarde van alles (want zeker weten doen ze het ook niet) behalve water.
Voor wie diep wil spitten naar al dat water (of majem) hieronder wat teksten uit de Bijbel.
Die Bijbel geeft steun aan de gedurfde opvatting. Dat begint bij de schepping. En God zei:
“Daar zij een uitspansel in het midden der wateren en die make scheiding tussen water en wateren”(Genesis 1:6) Dat kon niet slaan op water in dampvorm (wolken) want de Here God had het nog niet op aarde doen regenen. (Genesis 2: 5-6)
In de Hebreeuwse vertaling wordt met “uitspansel” geen hemel boven de aarde bedoeld, maar iets dat is “tussen watermassa’s”. Toe zei God: WajoMER ELOHIEM:
:”Er zei uitspansel- JeHIE RAQIEA- te midden van de watermassa’s- beTOKH ha MAJIM, – en het zij afbakenend- WieHIEMaVDIEL- tussen water(op aarde) en water (boven op aarde)
BEJIM la MAJIM.
Interessant in dit verband is psalm 24:2 -des Heren is de aarde en haar volheid, de wereld en die daarop wonen. Want Hij heeft haar op de zeeën gegrond en op de stromen GEVESTIGD.”
En in psalm 104: 6 “De waterdiepte, Gij hebt haar als met een kleed bedekt”
Drijft de aarde (vroeger schijfvormig) aldus op de zeeën, dan is het water boven de aarde de nu onzichtbare Oceanen. Dan is het eerder genoemde woord RAQIEA het woord dat een vaste of stevige materie(aardkorst) weergeeft. Dan is er dus een ontzaglijke watervloed onder de aarde.
Toen God de zondvloed over de aarde deed komen, deed Hij dat door o.a. gebruik te maken van dat ondergrondse water, want op die dag braken alle kolken der grote waterdiepten open (Genesis 7: 11) Zuiver vertaald uit het Hebreeuws “braken alle wellen der grote (onderaardse)
watermassa = enkelvoud- open” nivqéoe KOLMAjeNOT Te HOM RABBAH.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten