zaterdag 28 juli 2012

Humor in de bijbel 19

De waterende aarde (2)
Het is dus zeker dat het water der zondvloed voornamelijk uit de aarde kwam. De bovengenoemde” kolken der grote diepte” die bij de zondvloed open gingen, namen als de afvoer van een badkuip, het water ook weer op! Waar zou anders die immense plons water die tot 15 el boven de bergen stond, gebleven zijn? Vast staat dat die onbeschrijflijke hoeveelheid water niet in korte tijd, binnen 1 jaar, verdampt kan zijn. Want na 150 dagen namen zij af en in het zeshonderd en eerste jaar van Noachs leven (die goede ouwe Noach was 600 jaar toen de zondvloed begon) waren de wateren opgedroogd van de aarde. ( Genesis 8: 13)

Dat de zee voortkomt uit de diepte der aarde verteld God zelf aan Job met de woorden; wie heeft de zee met deuren afgesloten, toen zij bruisend uit de moederschoot kwam? (Job 38: 8 ) Ook de profeet Amos wist daarvan. Hij schrijft: die het water der zee heeft opgeroepen”
De zee wordt gevoed (gelijk de rivieren) door bronnen uit onvoorstelbare diepten. Uit troggen tussen 5500 en 10.000 mtr. diepte welt water en lava uit de Oceaanbodem (de moederschoot der aarde) naar buiten. De lava stolt en vormt zo een stop of grendel die steeds weer haar baarmoederhals afsluit. (“Toen Ik de door Mij gestelde grens uitbrak, grendel en deuren aanbracht: toen Ik sprak: tot hiertoe en niet verder zult gij komen, hier zal de trots van van uw golven blijven staan “Job 38: 10-11)
Men vindt het nogal vanzelfsprekend dat water diep uit de aarde omhoog welt. Maar van hóé diep, daar heeft de wetenschap geen enkel idee van.
Afgaand op de Bijbel zijn er onvoorstelbare oceanen ondergronds water. God verbiedt in de 10 geboden(Exodus 20: 5) gesneden beelden te maken van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Dat wordt herhaald in Deut, 4: 19 en 5: 8.
Jacob zegende Jozef “met zegeningen van de watervloed, die beneden ligt” Letterlijk uit het Hebreeuws vertaald: met de zegeningen uit de in de laagte liggende oceaan-BIRKHOT ROVETSET TACHAT-(Genesis 49: 25) En later zou Mozes aan deze woorden memoreren over Jozef: dat zijn land zij door de Heer gezegend met de kostelijke gave des hemels, met de dauw, en met de watervloed die beneden ligt
De vraag van de Almachtige aan Job:” Zijt gij doorgedrongen tot de bronnen der zee, en hebt gij door de geheimnissen van de waterdiepte gewandeld?” completeert de waarheid dat de aarde grotendeels uit water bestaat, door het getuigenis van een eenvoudige visserman: ” Want willens en wetens ontgaat het hun, dat door het woord van God, de hemelen er sedert lang zijn geweest en de aarde die uit en door het water bestaat” (2 Petrus 3: 5-6)
Voor de milieu activisten, die, overigens met de beste bedoeling, zo op hun achterste benen steigeren wanneer onverlaten te veel vuiligheid in het water droppen, is het goed te weten dat die enorme ondergrondse watermassa, ook het bovengrondse water verschoont. Hun angst voor wereldondergang mede door die watervervuiling, is zacht gezegd lichtelijk overdreven.
Het zal ook het opwellende, zegen brengende water zijn dat straks, bij de vernieuwing der aarde, waterplassen in de gloeiend hete woestijnen zal geven. ” Want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppen en het gloeiende zand zal tot een plas worden en het dorstige land tot waterbronnen. ( Jesaja 35: 6-7)
Aardig vooruitzicht voor Arabieren en Bedoeïenen, die nu met hun kameel, het “Schip der woestijn” door de Sahara sukkelen terwijl van de hitte de reuzel uit hun broekspijp druipt. Volgens Jesaja zal hun grote zandbak “tot een waterplas” worden, zodat zij eindelijk ook eens in een zeilbootje kunnen stappen!
Dat is nog niet eens zo ver gezocht. Want onderzoekingen met moderne instrumenten en boortechnieken hebben aangetoond dat diep onder die Sahara zéér veel water is. Als de Heer “water in de woestijn geeft” om Zijn uitverkoren volk te drenken( Jesaja 43: 19-20), dan zal dat water diep onder die woestijn vandaan komen.
Ezechiël voorzag een Tempelbeek met kristalhelder geneeskrachtig water, aanzwellend van voethoogte tot knie, van knie tot middel, van middel tot hoge wateren, uit de diepte ontspringend.
(Ezzechiël 47: 1-12) Zo diep dat men er in kan zwemmen, een beek die niet te doorwaden is! En overal waar die beek langs en in stroomt wordt het water “gezond” en rein, er zal veel vis in zijn en langs de beek groeien allerlei vruchtbomen, die elke maand vrucht dragen! Zo kunnen zwemmers in plaats van een lange tocht naar de Super, direct van uit het water stappend, heerlijke kosteloze vruchten plukken en op hun barbecue vis roosteren!!. Leuk toch?
En Johannes de Openbaarder zag ” een rivier van water des levens, helder als kristal” Langs die rivier staat ook geboomte dat 12 x per jaar vrucht draagt en haar water schenkt het eeuwige leven. (Openbaring 22: 1- 5) En schreef over de fonteinen der wateren. De bronnen dus waaruit al het water op aarde, ook de zeeën ontspringen (Openbaring 14{6-7)
Eens zal de aarde opbloeien als een roos. Vernieuwd, verheerlijkt, verschoond. Gezuiverd en gewassen als een dopeling na onderdompeling in het water van zonden en onreinheid en oprijzend tot eeuwig leven. “Dan wordt de woestijn een gaarde, een plaats van rivieren en brede stromen. (Jesaja 32: 16 en 33: 21)
Die betere wereld zál komen en werkelijkheid worden voor de door storm, rampspoed, oorlog, nood en diepe ellende geslagen mensheid, voortgedreven over golven van bloed en tranen. Dood, ziekte, oorlog, pijn en verdriet, tranen, moeite noch geklaag zal dan meer zijn, Dan zullen de mensen één van zin, één van geest en allen broeders en zusters zijn. Het monster “jaloezie” en haar zuster “afgunst” zullen in de poel des vuurs zijn. (Openbaring 20: 15)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten