zaterdag 28 juli 2012

Niets is zeker - deel 2

Wij hebben gezien dat in dit leven niets zeker is, uitgezonderd natuurlijk de belasting aanslagen. In onze onzekere wereld van alledag geldt dat niets zeker is. De politiek en haar beoefenaars, de gewaardeerde politici zijn wispelturig en hun meningen gaan heen en weer als de staart van een hond. Ook hebben zij een slecht geheugen. Wat voor de verkiezingen is beloofd, wordt als de heren comfortabel op het pluche geïnstalleerd zijn, vlot en schaamteloos vergeten. Verder hebben zij talent om eindeloos en oeverloos te discuteren over de meest onbenullige onderwerpen en belangrijke zaken te negeren. Zo waren de heren op hoog niveau aan het kakelen of de 150 jaar oude kastanjeboom bij het Anne Frank huis wel of niet gekapt moest worden. Ze kwamen er niet uit! De directeur van de Anne Frankstichting, Hans Westra, meende hen in de goede richting te porren met een vermakelijke en belachelijke opmerking dat hij overwoog het Anne Frankhuis te sluiten als de veiligheid van de bezoekers (die jaarlijks miljoenen in het laatje brengen) niet gegarandeerd werd tegen het omvallen van die boom. (Telegraaf 23 november 2008) Dat hij zulks absoluut niet van plan is, is ook een absolute zekerheid’ Immers hij geniet door die entreegelden een vet salaris en een groot aantal medewerkers een goed belegde boterham. Hij zou me daar gek zijn die kip met gouden eieren te slachten !
Alles is schijn. Zelfs de onaantastbare sterren. Onbereikbaar, ook al spreekt men protserig van “Reizen door het Heelal” Daar komen wij ( in dit leven) nooit! Dat is zeker. Zelfs al reizen wij met de snelheid van het licht (300.000 km per seconde). Dat betekend dat in de tijd dat we, een en twintig- twee en twintig” uitspreken (één seconde!) ons voertuig zeven maal om de aarde, omtrek 40.000 km, getold zou zijn. Een reisje naar de zon duurt 8 minuten en naar het koudste eind van ons zonnestelsel (Pluto)
4 uur. Voor een tochtje naar de naaste buurvrouw van de zon Alphi Centauri, kunt u beter flink wat lunchpakketten meenemen. Want die tocht duurt 4 jaar! En als u daar aangekomen meent echt een reis in het Heelal gemaakt te hebben, moet ik u teleurstellen. U bent één centimeter aan die sprong toegekomen.
Als we naar de sterren en melkwegstelsels kijken, dan zien we geen werkelijkheid, geen zekerheid, maar een drogbeeld. Naar iets wat er zéér lang geleden zó uit zag. Wij kijken dus in een ontzaglijk ver verleden, want het licht van die sterren en verre sterrengroepen is miljoenen en miljarden jaren geleden ( met die snelheid van 300.000 km per seconde, weet u nog wel?) naar ons vertrokken. Die sterrenstelsels, bol., ovaal, of spiraalvormig zijn gigantisch, onbevattelijk en verbijsterend groot. leder stelsel zoals ons Melkwegstelsel bezit ruwweg geschat 100 a 200 miljard sterren of zonnen, even groot of vele malen groter dan onze zon. Ze zijn als clusters (groepen} of eenzame zwervelingen op eindeloze zwerftocht uitgezaaid in de peilloze diepten van het heelal, als vlokken zeeschuim op de Oceaan. Hun aantal is onvoorstelbaar groot en wordt geschat op 100 miljard! Dat betekend voor iedere aardbewoner ongeveer 10 melkwegstelsels.. Gezamenlijk bezitten zij meer sterren of zonnen dan er zandkorrels zijn op alle stranden tezamen.
Bij dergelijke grootheden en verbijsterende aantallen beseft de mens hoe gering hij is. De kans dat die zonnen planeten hebben en daarop leven, is niet onzeker maar zeker! Om aan te nemen dat wij op ons aardkorreltje de enig levenden zijn is net zo zeker als te veronderstellen dat heel deze aardkluit maar één worm bevat en de immense Oceanen één visje.
De tragiek van deze wereld is dat miljoenen mensen wanhopig op zoek zijn naar zekerheden. Zij reizen stad, land, zee en wereld af om zekerheid te vinden. De waarheid, de zin van het leven, de ware god, de ware godsdienst, de kern en zin van het bestaan. En zij ontdekken dat het altijd weer anders is, dat er ontelbare zekerheden zijn die achteraf bijna altijd onzeker zijn.
De oude zekerheid hemel en de geneugten daarvan, is ook al geen zekerheid meer. Een voorbeeld: Daar was eens een man die absoluut zeker was dat hij naar de hemel ging. Hij leefde als een monnik, geen wijntje en trijntje, geen zwelg en braspartij, geen leugentje, ondeugd of jatwerk, altijd braaf en eerlijk, zelfs geen wildplasje tegen de muur van, of een windje in de kerk. De brave borst van top tot teen kwam aan de hemelpoort . mocht van Petrus naár binnen. Toch, een lelijk trekje had hij wél. Hij was achterdochtig als een belastinginspecteur die ook altijd twijfelt aan de juistheid der aangiftes. Hij wilde zowel hemel als hel bezoeken. Dat kon. Hij kwam in een fantastisch oord. Stralend blauwe lucht en zee, parelwitte stranden, iedere dag feest met dans, muziek” heerlijk eten, en. . . volop mooie gewillige vrouwen! En dat ging door, dag na dag, week na week, maand na m á á á á n d! En dat werd brave Hendrik spuugzat. Hij vervoegde zich weer bij Petrus en zei “Die hemel heb ik nu onderhand wel gezien.Laa1 me nu ook eens een poosje in de hel verblijven”
Het antwoord van Petrus was’ Waarin dacht je dat je al die tijd bent geweest?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten