Soms mag je “twee halen en één betalen”. Wie daar intrapt krijgt niet één slobberkostuum die hem prima “hangt” maar twéé. Dubbel verdriet dus.
Ga je bij dat winkelen volgens plan te werk met een lijstje van spullen die je absoluut nodig hebt om het voortbestaan op deze doldraaiende planeet te continueren en zo verstandig geen spitsuur uit te kiezen, dan kan die smartelijke bezigheid snel afgehandeld worden.
Maar o wee, als je misgokt en “koopavond” of zaterdagmiddag uitkiest. Dan raak je verzeild tussen hordes kooplustigen en dreig je geplet te worden tussen hoogbeladen winkelwagentjes.
Mijn verdriet bij dat winkelen gaat gepaard met het verdriet om het wegvloeien van de karige geldmiddelen. Speciaal toen briefjes van honderd met een Snip werden versierd, een onbenullig loensend, maar watervlug vogelsoort. Daarna vlogen ze, geïnspireerd door die vogel mijn portemonnee uit.als velletjes closetpapier. Maar dat alles valt in het niet bij de rampzalige invoering van de “d’uro” waardoor prijzen stegen als een raket naar de maan, waar ook je geld heen gaat.
Winkelen is een misdrijf tegen de menselijkheid. Vooral als je gedwongen wordt dat te doen in zo’n grootschalig bedrijf met enorm assortiment, terwijl je maar één klein prutsdingetje nodig hebt. Een dubbele verschrikking. Ik raak de kluts kwijt. Verloren, verdwaald.en verdwaasd loop ik van afdeling naar afdeling en zoek mij een slag in de rondte in de enorme ruimte met meer dan tienduizend artikelen. Ik voel me als een vlo op een hondenrug, die niet weet of hij zich bij kop of staart bevind.
Gelukkig is er in mijn dorpje nu een Supermarktje. Geen grootschalig gedoe, maar toegepast op stuntels zoals ik. Ik hoef niet meer boven mijn actieradius in de vreemde rond te dolen en ga nooit meer vreemd. Het personeel is vriendelijk en behulpzaam en de caissière heeft zo’n lieve glimlach dat het mijn ziel ontroert. De groenteman weet precies op welk knopje je moet drukken bij de weegschaal om een bonnetje te ontvangen en een andere gedienstige neemt voor mij een krat Spa op zijn bult en plaatst die netjes in de auto.
Last but not least is daar Hans. Een opgeruimde jongeman van de elektro-afdeling, die mijn gestuntel als scharrelkip met milde toegeeflijkheid gadeslaat.
Ook behulpzaam! Zo had ik tijdens een hittegolf een ventilator aangeschaft. Een vliegtuigpropeller op driepoot. Het ding werd in een pakket afgeleverd en moest door de koper gemonteerd te worden. Natuurlijk ging het door mijn klunzigheid mis. Ik kreeg ik het draaigeval niet in elkaar en hield steeds onderdelen over. Ik bracht het terug. Hans beloofde goedmoedig dat hij ‘m wel even in elkaar zou zetten.
Toen ik een uur later met twee pakken ijslolly’s voor mijn kleinkinderen terugkwam, stond het prontig op de pootjes. Kon zó meegenomen worden. Hans was bezig met een oudere dame en twee wachtten op hun beurt. Daar de ventilator al was betaald, vroeg ik: ” Hans ik heb het zo warm! Ik loop af te koelen met ijslolly’s onder mijn armen maar het helpt niet. Graag zou ik zo’n ventilator willen hebben, maar heb geen geld. Help me alsteblieft!”
Hans knikte begrijpend en sprak meelevend: “U mag hem dan wel voor niets meenemen”.
Verbaasd nagestaard door drie onthutste klanten spoedde ik mij met ijslolly’s en ventilator huiswaarts.
Toch benieuwd wat deze dames bij thuiskomst hun echtgenoten te vertellen hebben!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten